Spraak- en taal-
ontwikkelings-
stoornissen

De gevoelige periode om taal te verwerven

Taalverwervingsmechanisme (LAD) - Noam Chomsky

Onderzoek wees uit dat  de gevoelige periode om taal te verwerven tussen 0 en 5 jaar ligt, na de leeftijd van 10 jaar en zeker vanaf de puberteit, kan dit mechanisme niet meer ‘getriggerd’ worden.

 

    • Vanaf 6 weken: De periode om klanken aan te leren bevindt zich tussen 6 weken en ca. 5 jaar. Op 3 jaar beheersen 90% van de driejarigen de meesten enkelvoudige klanken. De /r/-klank wordt meestal iets later verworven.
    • Vanaf 6 maanden leert het kind de betekenis van woorden.
    • Van 1 jaar tot 1j6m: Vaste klankgroepjes tot éénwoordzinnen: vb. papot (= kapot), mannie (mag niet), ook, kijk, daar!
    • Vanaf 1j6m tot 2j6m: Telegramstijlfase: twee- en meerwoordzinnen
        • Vb.: ook voet, voet Sof (Sofie), voet pij (pijn), vies broek.
        • Vb.: pop hebben, jas aandoen eh!, eerst jas aandoe, ja!
    • Vanaf 2j6m à 3 jaar kent het kind de verschillen in woordstructuren (bijvoorbeeld: boom- boompje, onderwerp en werkwoord: ik loop, hij loopt, Is Sofie weg?)
    • Vanaf 3 à 4 jaar denkt het kind na over taal. Je hoort taalspelletjes, bedmonologen (vertelt verhaaltjes tegen zichzelf), of het kind vertelt over zijn eigen taalontwikkeling; “Toen ik klein was zeg ik tjoektjoek, maar nu zeg ik trein”.

Vertraagde taalontwikkeling en taalachterstand

 


Twijfel je of je kind voldoende spreekt? Kom dan langs voor een verkennend gesprek. Wij onderzoeken taalproblemen via gestandaardiseerde testbatterijen, die erkend zijn door het RIZIV.

 

Daarnaast bieden wij vragenlijsten aan de ouders, om de algemene ontwikkeling van het kind in kaart te brengen. Aan meertalige kinderen bieden wij bovendien de ALDEQ-NL aan, zodat wij een beter beeld krijgen op de taalontwikkeling van het kind in de moedertaal. 

 

Op basis van deze testresultaten kunnen wij adviezen geven voor het opstarten van de juiste behandeling.

Wij werken samen met de leerkracht, de arts (kinderpsychater, huisarts, NKO-arts) en het CLB.

 

Wanneer is onderzoek  zeker aangewezen? 

Leeftijd

Signalen

12 maanden (1j.)

  • Het kind brabbelt niet;
  • Het kind brabbelt opvallend weinig;
  • Het kind brabbelt of spreekt weinig gevarieerd.

24 maanden (2j.)

  • Het kind spreekt niet op nauwelijks;
  • Het kind produceert geen enkel verstaanbare klank.

30 maanden  (2j6m)

  • Het spreekt de andere persoon na in plaats van gewoon te antwoorden (echolalie).

36 maanden (3j.)

  • Het kind spreekt niet of weinig;
  • Het kind zegt slechts zinnen van 1 à 2 woorden (vb. Mama koek);
  • De moeder begrijpt de betekenis van de spraak van het kind niet altijd.

48 maanden (4j.)

  • Familie en kennissen (juf., andere kinderen) verstaan het kind niet;
  • Het kind spreekt slechts in zinnen van 3 tot 5 woorden;
  • Het kind stottert.

54 maanden (4j6m)

  • Vreemden verstaan het kind niet;
  • Het kind vervangt letters tijdens het spreken (vb.: soep wordt joep).